Klik op meer... voor de volledige tekst. Klik op + voor de gepubliceerde artikelen.
Gebeurtenis
777 - 866 De St Maartenskerk te Utrecht bezit in de villas Ubburon (Opburen tussen IJsselstein en het Klaphek) 1 mansus (hoeve) en Aiteron (Eiteren).
Aantekeningen

Uit de Karolingische periode [achtste tot de tiende eeuw] is geschreven informatie bekend over Aiteron en Ubburon. Eiteren was toen een koningsgoed. Een koningsgoed of allodium viel buiten het leenstelsel; het werd bezit van degene aan wie het wer... meer

Uit de Karolingische periode [achtste tot de tiende eeuw] is geschreven informatie bekend over Aiteron en Ubburon. Eiteren was toen een koningsgoed. Een koningsgoed of allodium viel buiten het leenstelsel; het werd bezit van degene aan wie het werd geschonken; meestal betrof het kloosters. Op een goederenlijst van de abdij te Werden'^ aan de Ruhr [nu een wijk van Essen [Did.]] uit het einde van de tiende/begin elfde eeuw komt Eiteren voor.

Aantal gepubliceerde artikelen 2
Gebeurtenis
900 (ca.) Een goederenlijst van de abdij Werden aan de Ruhr van bezittingen bij de Zuiderzee noemt om Aiturnon (Eiteren). Men bezit daar 1 volledige mansus en 14 hofstedi. Stichting van de parochie Eiteren en bouw van de parochiekerk door de abdij van We... meer
900 (ca.) Een goederenlijst van de abdij Werden aan de Ruhr van bezittingen bij de Zuiderzee noemt om Aiturnon (Eiteren). Men bezit daar 1 volledige mansus en 14 hofstedi. Stichting van de parochie Eiteren en bouw van de parochiekerk door de abdij van Werden (bij Essen)
Aantekeningen

De naam Eiteren komt voor het eerst voor in een lijst van goederen van de abdij van Werden, die van omstreeks 900 n. Chr. dateert. Tevens komt de naam voor in twee lijsten van inkomsten van deze abdij uit landerijen in het Sticht uit de periode 95... meer

De naam Eiteren komt voor het eerst voor in een lijst van goederen van de abdij van Werden, die van omstreeks 900 n. Chr. dateert. Tevens komt de naam voor in twee lijsten van inkomsten van deze abdij uit landerijen in het Sticht uit de periode 950 – 1050 en 1050 – 1100. Volgens een oorkonde van het jaar 1036 schenkt keizer Conrad II een landgoed in Eiteren aan de abt Gerold en de kerk van Werden.

Een goederenlijst van de abdij Werden aan de Ruhr van bezittingen bij de Zuiderzee noemt o.m. Aiturnon (Eiteren). Men bezit daar 1 volledige mansus en 14 hofstedi.

Aantal gepubliceerde artikelen 5
Gebeurtenis
944 Opburen en Eiteren komen in bezit van de kapittels van de Dom en Oudmunster
Aantekeningen

Keizer Otto I schenkt de pagus Lacke et Isla (de gouw van de Lek en de IJssel) aan de toenmalige 2 Utrechtse Kapittelen, nl. St Maarten en St Maria (Oudmunster) Voorheen werd dit leen bezeten door Waltger en zijn zoon Radbod. Deze Waltger is een ... meer

Keizer Otto I schenkt de pagus Lacke et Isla (de gouw van de Lek en de IJssel) aan de toenmalige 2 Utrechtse Kapittelen, nl. St Maarten en St Maria (Oudmunster) Voorheen werd dit leen bezeten door Waltger en zijn zoon Radbod. Deze Waltger is een broer van Dirk I van Holland.

Het gebied dat nu tot de gemeente IJsselstein behoort was omstreeks de 9e eeuw Frankisch koningsgoed en maakte deel uit van de uitgestrekte gouw Lek en IJssel. Deze gouw behoorde tot het ambtsgoed van de graaf, die van de 9e-10e eeuw tevens graaf was over de gouwen Niftarlake en Teisterband. Van de 11e- begin 13e eeuw was deze ook graaf over Utrecht en Opgooi, in welke laatste gouw zijn stamgebied lag (de heren van Goye). In kerkelijk opzicht viel de gouw onder de bisschop van Utrecht, die in de 9e eeuw eigen goed had liggen in de villa Opburen (het Over-Oudland) . Binnen dit grafelijke ambtgoed moet onderscheid worden gemaakt tussen de ongecultiveerde wildernissen ten westen van de IJssel (de tegenwoordige polders Achtersloot, Broek, Lage en Hoge Biezen) en de ontgonnen oeverwallen aan weerszijden van de IJssel, met als belangrijkste nederzetting het dorp Eiteren. Het eerste gebied zou in de loop van de 11e en in de 12e eeuw door de Utrechtse kapittels van de Dom en Oudmunster ontgonnen worden, nadat deze kapittels in 944 van de koning dit woeste gebied hadden gekregen, zodat de graaf gepasseerd was. Het tweede gebied was of kwam in handen van de abdij van Werden (bij Essen) die de parochie organiseerde en de parochiekerk te Eiteren stichtte als eigen kerk en over de goederen tijns in ontvangst nam (grondbelasting in geld).^ Deze situatie duurde tot omstreeks 1130. Enige jaren daarvoor, in 1122, was door de keizer geprobeerd om de graaf van zijn rechtsmacht te ontheffen, ten voordele van de Dom en Oudmunster aan wie de gedeelde rechtsmacht (hoge en lage jurisdictie) werd geschonken. De maatregel werd echter niet

Het is bekend dat Keizer Otto de Eerste aan de kerken van St. Maarten en St. Salvator te Utrecht in 944 landhoeven, tienden en tinsen schonk binnen het kerspel Eiteren.

Aantal gepubliceerde artikelen 8
Gebeurtenis
1036 Keizer Conrad II schenkt een landgoed in Eiteren aan de kerk te Werden in opdracht van de gestorven bezitter, de klerk Waltger.
Aantekeningen

Een oorkonde van 1036 (Oork. boek Utrecht no. 191) spreekt van een gouwgraaf Erimannus in de pagus Eitthere. (Zie AJ. Maris „Van Voogdij tot Maarschalkambt" pag. 65-74)

1036 komt Eiteren geheel in het bezit van de abdij Werden. Later zou Eiter... meer

Een oorkonde van 1036 (Oork. boek Utrecht no. 191) spreekt van een gouwgraaf Erimannus in de pagus Eitthere. (Zie AJ. Maris „Van Voogdij tot Maarschalkambt" pag. 65-74)

1036 komt Eiteren geheel in het bezit van de abdij Werden. Later zou Eiteren aan het Sint-Marie kapittel worden overgedragen.

Aantal gepubliceerde artikelen 7
Gebeurtenis
1122-05-26 Keizer Hendrik V bevestigt de St Maartenskerk en de St Mariakerk (Oudmunster) in het bezit van de gouw Isla et Lacke, en ook van de cijns en het gerecht te Eiteren.
Aantekeningen

In een oorkonde van 1122 herstelt keizer Hendrik V de abdij van Werden in het bezit van een landgoed in de villa Eiteren, welk haar door zijn grootvader geschonken was, en gewelddadig was ontnomen door graaf Rutbert en diens vrouw Ermentrude. In ... meer

In een oorkonde van 1122 herstelt keizer Hendrik V de abdij van Werden in het bezit van een landgoed in de villa Eiteren, welk haar door zijn grootvader geschonken was, en gewelddadig was ontnomen door graaf Rutbert en diens vrouw Ermentrude. In deze oorkonde is sprake van de villa Eiteren.

Aantal gepubliceerde artikelen 7
Gebeurtenis
1217-07-27 De parochie Eiteren moet het Gein en de Rijpikkerwaard afstaan aan de nieuwe parochie het Gein.
Aantekeningen

Er stond een kerk die in 1200 als reeds lang bestaand wordt vermeld. Gewijd aan Maria ten Hemelopneming (Beata Maria A(s)- censio) was het de parochiekerk voor uitgestrekt gebied, tot in 1217 de Utrechtse bisschop Otto II van Lippe toestemming gaf v... meer

Er stond een kerk die in 1200 als reeds lang bestaand wordt vermeld. Gewijd aan Maria ten Hemelopneming (Beata Maria A(s)- censio) was het de parochiekerk voor uitgestrekt gebied, tot in 1217 de Utrechtse bisschop Otto II van Lippe toestemming gaf voor de bouw van een kerk in het Gein (dat zich van Eiteren afscheidde). Wanneer de kerk van Eiteren precies is gesticht, is niet bekend.

Aantal gepubliceerde artikelen 15
Gebeurtenis
1277-09-09 Arnoud van Amstel koopt van Wouter van Utengoye het gerecht, de tijns, het veerschip en de visserij te Eiteren, welke goederen hij in leen hield van de heer van Cuyck.
Aantekeningen

Dat Arnoud van Amstel al eerder in het IJsselsteinse gebied actief was, daarvan is maar één oudere aanwijzing bekend, en die dateert dan nog pas uit 1277, toen hij het recht van rechtspraak in Eiteren verwierf. Bovendien vermeldde zijn zoon Gi... meer

Dat Arnoud van Amstel al eerder in het IJsselsteinse gebied actief was, daarvan is maar één oudere aanwijzing bekend, en die dateert dan nog pas uit 1277, toen hij het recht van rechtspraak in Eiteren verwierf. Bovendien vermeldde zijn zoon Gijsbrecht in het zojuist genoemde stuk van 1279, dat niet alleen zijn vader, maar ook al zijn „voervaders" heren van Benschop, half Polsbroek en „tot IJselsteyne" geweest waren, maar dat zou ook op familie van moederszijde kunnen slaan. De nederzetting IJsselstein, die naar het kasteel genoemd lijkt — het valt in dit verband wel op dat reeds in 1279 van Eiteren wordt gezegd, dat het in het land van IJsselstein ligt — zal wel vanzelf aan de voet van de burcht ontstaan zijn, maar moet toch al gauw volgens aanwijzingen zijn aangelegd.

Aantal gepubliceerde artikelen 8
Gebeurtenis
1293 De stichting van een vicarie in de kerk van Eiteren
Aantekeningen

In 1293 werd door Agnes weduwe van Ridder Werenbold Vlaminck een vicarie gesticht in de kerk te Eiteren, waarvan de vicaris werd aangesteld door het Kapittel van St. Marie te Utrecht, dat in deze landstreken veie eigendommen, rechten en tienden bez... meer

In 1293 werd door Agnes weduwe van Ridder Werenbold Vlaminck een vicarie gesticht in de kerk te Eiteren, waarvan de vicaris werd aangesteld door het Kapittel van St. Marie te Utrecht, dat in deze landstreken veie eigendommen, rechten en tienden bezat. Het kerkje te Eiteren bleef parochiekerk tot het begin der 14e eeuw, toen nabij het Kasteel IJsselstein een nieuwe kerk, waarop alle Kerspelrechten van Eiteren overgingen, werd gebouwd. Het kerkje of kapel te Eiteren bleef bestaan en is ver buiten IJsselstein beroemd geworden door de vereering van het miraculeuse Mariabeeldje, genaamd „ONZE LIEVE VROUW VAN EITEREN”. De oorsprong van de devotie tot „Onze Lieve Vrouw van Eiteren" is onbekend. Geen oorspronkelijke documenten zijn daaromtrent bekend.

Aantal gepubliceerde artikelen 2
Gebeurtenis
1304-06-23 Eiteren komt opnieuw in handen van Gijsbrecht van Amstel
Aantekeningen

Uit een ordonnantie op de melaatsenbroederschap blijkt dat er ter gelegenheid van de ommedrachten (op 24 juni) van de vier dekens van deze broederschap er twee hun functie ter beschikking stelden. Deze twee spraken op die dag recht over de leden. Bi... meer

Uit een ordonnantie op de melaatsenbroederschap blijkt dat er ter gelegenheid van de ommedrachten (op 24 juni) van de vier dekens van deze broederschap er twee hun functie ter beschikking stelden. Deze twee spraken op die dag recht over de leden. Bij De Geer lezen we: ... maar, nadat zijn vader (Aernout I) bij het verdrag van den 27.October 1285 zijne vrijheid had herkregen, treffen wij ook dezen weder op den 24.Junij van het jaar 1287 aan, en wel als regter te Eiteren (‘in presentia domini Arnoldi de Aemstelle, militis, judicis sive justitiarij de Eyteren”). De vraag is of genoemde datum puur op toeval berustte of dat het wel degelijk te maken had met een ommedracht wanneer er immers veel mensen naar Eiteren togen waardoor dagvaarding gecombineerd kon worden met een bedevaart. Voormelde heer Aernout I van IJsselstein werd opgevolgd door zijn schoonzoon Gijsbrecht II die al spoedig in de grootste politieke problemen geraakte. Deze hadden onder meer tot gevolg dat zijn kasteel werd geconfisqueerd. In 1304 werd hij echter in zijn rechten hersteld. De Geer merkt hierover op: Immers, reeds op den 23. Junij van het voormelde jaar 1304 zien wij hem (Gijsbrecht II) weder openlijk als heer van IJsselstein te voorschijn treden. Men zou dus kunnen vermoeden dat de heer van IJsselstein in zijn rechten werd hersteld op de vooravond van een ommedracht.

Aantal gepubliceerde artikelen 5
Gebeurtenis
1310-04-18 Bisschop Guy van Utrecht verleent IJsselstein: parochierechten van Eiteren en het recht op het houden van 3 jaarmarkten.
Aantekeningen

Het is bekend dat Guy van Avesnes dat jaar een kerkvergadering bijwoonde in Keulen. Dit kan er reden voor geweest zijn dat niet hij maar zijn wijbisschop de kerkconsecratie verrichtte. Ofschoon dit ook de taak van een wijbisschop was zou er wat dat bet... meer

Het is bekend dat Guy van Avesnes dat jaar een kerkvergadering bijwoonde in Keulen. Dit kan er reden voor geweest zijn dat niet hij maar zijn wijbisschop de kerkconsecratie verrichtte. Ofschoon dit ook de taak van een wijbisschop was zou er wat dat betreft een uitzondering kunnen zijn gemaakt gezien de banden tussen Guy en Gijsbrecht. Hedendaagse auteurs blijven echter eraan hechten om Guy als consecrator op te voeren, kennelijk uit louter chauvinistische motieven. Daags na bovenvermelde bijeenkomst, we denken aan het hoogfeest van Pasen, consacreerde deze wijbisschop, Joannes Scopia (Jan van Konstanz), de nieuwe kerk. Na de plechtigheid, die naar middeleeuwse riten bijna een halve dag duurde, hield de parochie van Maria ten Hemelopneming te Eiteren op te bestaan en was de stichting van de parochie van IJsselstein definitief. Deze parochie werd gesteld onder het patronaat van de H. Nicolaas wiens verering door de abdij van Werden (die immers land te Eiteren had bezeten) in onze streken werd ingevoerd. De kerk van Eiteren werd een kapel met aan het hoofd een vicaris (wat plaatsvervanger betekent)

Wat heeft heer Gijsbrecht ten bate van deze nederzetting (en zichzelf) gedaan? Voor een parochiekerk heeft hij gezorgd, die in 1310 gewijd werd. Ook voor jaarmarkten: het moet wel op zijn verzoek zijn geweest dat de bisschop, eveneens in 1310, drie jaarmarkten in IJsselstein instelde en aan alle bezoekers vrijgeleide beloofde — een maatregel om deelname aan die markten voor handelaars aantrekkelijk te maken. Heeft Gijsbrecht ook aan gunstige woonrechten gedacht oftewel aan een stadsrecht, zoals Wijk bij Duurstede dat in 1300 van zijn heer gekregen had? In 1310 wordt de plek, waarheen de kerk van Eiteren wordt overgebracht, door hem nog gewoon „locum sive fundum meum in Iselsteyn" genoemd, vage omschrijvingen die je niet vanzelfsprekend met stad(je) kunt vertalen.

De kerkwijding vond plaats op Pasen 19 April 1310 en geschiedde door de Utrechtse wijbisschop Joannes Scopia (Johan van Konstanz). Guy van Avesnes, gekozen bisschop, was immers net als zijn voorgangers en opvolgers een politieke figuur die trouwens volgens beproefd recept pas na het nodige geharrewar de zetel van Willibrord beklommen had. De geestelijke zaken werden toevertrouwd aan de hulpbisschoppen waarvan de wijbisschop (zoals zijn titel reeds aanduidt) zorg droeg voor de wijdingen: toediening van bepaalde sacramenten en consecraties van kerken en andere materiële goederen. Na de inwijdingsplechtigheid die, naar Middeleeuwse trant, een volle dag duurde, hield de parochie van Maria-ten-Hemelopneming te Eiteren op te bestaan en was de stichting van de parochie van IJsselstein een feit. Deze parochie verkreeg het patronaat van de H. Nicolaas, een heilige wiens verering door de Abdij van Werden in ons land werd geïntroduceerd. Deze Abdij bezat, zoals bekend, land in Eiteren. De kerk van Eiteren werd een kapel met aan het hoofd een vicaris (d.i. plaatsvervanger).


Nadat in 1309 of 1310 de Nicolaaskerk in IJsselstein gereed komt, gaan de parochierechten over naar deze nieuwe kerk en blijft de kerk van Eiteren in gebruik als Mariakapel, waarin de diensten worden verzorgd door een vicaris, aangesteld door het Utrechtse kapittel van Sin te Marie. De speciale devotie van de kanunniken van Sinte Marie voor de moeder van Jezus en de smeekbeden om genezing van de bewoners van het zg. Lazarushuis (een tehuis voor melaatsen in de onmiddellijke omgeving van de kapel) moeten de basis gevormd hebben voor het ontstaan van de sterk verbreide devotie tot "Maria van Eiteren". In 1399 wordt door de paus de oprichting bekrachtigd van een Broederschap ter ere van O.L. Vrouw van Eiteren.

Aantal gepubliceerde artikelen 14
Gebeurtenis
1327 De Hollandse graaf koopt de leen heerlijke rechten, welke Otto van Cuyck in de Lopikerwaard bezat waaronder het hoge gerecht van IJsselstein en het dagelijkse gerecht van Eiteren.
Aantekeningen

Bij oorkonde van 7 November 1319 word Gijsbrecht door Otto , heer van Kuic beloond met de hoge heerlijkheid van dit gebied, namelijk op de ene IJsseloever van opburon tot Snoodelhoek, op de andere van den Ouden Ghoyne tot Fellenoorde . Merkwaardiger... meer

Bij oorkonde van 7 November 1319 word Gijsbrecht door Otto , heer van Kuic beloond met de hoge heerlijkheid van dit gebied, namelijk op de ene IJsseloever van opburon tot Snoodelhoek, op de andere van den Ouden Ghoyne tot Fellenoorde . Merkwaardigerwijs word deze zelfde hoge heerlijkheid in 1327 aan dezelfde Gijsbrecht in leen gegeven door Willem III, graaf van Holland . Dit komt omdat in 1326 of 1327 Oto van Kuik dit Stichtse leengoed (behalve de burcht , die al Hollands was) met al zijn vele andere lenen en manschappen in het Sticht, verkocht aan Willem III . Daarbij verzocht hij zijn leenheren er de graaf mee te belonen. Van die laatste beloning kwam in de practijk natuurlijk niets en Holland beschikte er verder over als over vrij goed . 

Hiermee was IJsselstein geheel en al leenroerig aan Holland geworden. Zo blijkt, dat de landstrook, die later de baronie IJsselstein uitmaakte en die oorspronkelijk tot het Sticht behoorde, al vroeg aan die invloed werd onttrokken en onder Holland kwam. De medeplichtigheid aan de moord op Floris V, met als gevolg verbeurdverklaring en verbanning, was slechts een korte episode, waarop spoedig herstel volgde en toenemende rijkdom.

Aantal gepubliceerde artikelen 3
Gebeurtenis
1342 De ingebruikname van het Cisterciënzer klooster Onze-Lieve-Vrouwenberg in Eiteren
Aantekeningen

In 1342 werd te Eiteren een Cisterciënzerabdij gesticht. Dit klooster blijkt in 1349 verwoest te zijn. In dat jaar vraagt namelijk het generaal kapittel aan de abdijen van de omliggende streken hulp en bijstand om de verdreven monniken te steunen en... meer

In 1342 werd te Eiteren een Cisterciënzerabdij gesticht. Dit klooster blijkt in 1349 verwoest te zijn. In dat jaar vraagt namelijk het generaal kapittel aan de abdijen van de omliggende streken hulp en bijstand om de verdreven monniken te steunen en het klooster weer op te bouwen. De eerstvolgende vermelding van het klooster is pas in 1394, waarbij het klooster als priorij opnieuw gesticht is op het terrein genaamd de "Nieuwpoort" bij IJsselstein.

Aantal gepubliceerde artikelen 16
Gebeurtenis
1348-09 Cistercienser abdij te Eiteren vernield
Aantekeningen

September 1348 CISTERCIENSER ABDIJ TE EITEREN VERNIELD.

Tweede wraakactie van bisschop Jan van Arkel tegen IJsselstein. Waarschijnlijk heeft geen belegering van de stad plaatsgevonden, maar beperkte de bisschop zich tot het in puin schieten van d... meer

September 1348 CISTERCIENSER ABDIJ TE EITEREN VERNIELD.

Tweede wraakactie van bisschop Jan van Arkel tegen IJsselstein. Waarschijnlijk heeft geen belegering van de stad plaatsgevonden, maar beperkte de bisschop zich tot het in puin schieten van de Cistercienser abdij te Eiteren, dit als wraak voor het platbranden van Jutfaas door de graaf van Holland. Dat de stad of het kasteel niet werd aangepakt, zou erop kunnen wijzen dat er voldoende versterkingen waren.

In 1349 werd het klooster in of bij Eiteren door rondtrekkende troepen verwoest. Misschien is het in 1350 hersteld of herbouwd, want uit documenten blijkt dat het in 1360 is afgebroken en toen vermoedelijk opgeheven.

Aantal gepubliceerde artikelen 6
Gebeurtenis
1399 De bekrachtiging door paus Bonifatius IX van de broederschap ter ere van O L Vrouw van Eiteren en St Nicolaas
Aantekeningen

In 1399 werd in de kerk een broederschap van O.L. Vrouw van Eiteren en St.-Nicolaas opgericht. Op zaterdag, de dag die traditioneel gewijd is aan de H. Maagd, vierden de leden van deze broederschap een gezongen mis in de kapel van deze kerk, die aan... meer

In 1399 werd in de kerk een broederschap van O.L. Vrouw van Eiteren en St.-Nicolaas opgericht. Op zaterdag, de dag die traditioneel gewijd is aan de H. Maagd, vierden de leden van deze broederschap een gezongen mis in de kapel van deze kerk, die aan Haar was toegewijd, denkelijk de kapel van 1319.

Aantal gepubliceerde artikelen 7
Gebeurtenis
1447 De ordonantie O.L.V. van Eiterengilde / Leprozengilde
Aantekeningen

In de omgeving van de kapel van Eiteren heeft een melaatsen huis gestaan. Hierin werden de zieken geschouwd, hetgeen noodzakelijk was voor opname in een leprozenhuis of om toestemming te krijgen om met een witte band om het hoofd en de lazarusklopp... meer

In de omgeving van de kapel van Eiteren heeft een melaatsen huis gestaan. Hierin werden de zieken geschouwd, hetgeen noodzakelijk was voor opname in een leprozenhuis of om toestemming te krijgen om met een witte band om het hoofd en de lazarusklopper in de hand rond te gaan om aalmoezen te ontvangen. De melaatsen hebben zich voor 1447 verenigd in een gilde ter ere van O.L.Vrouwe van Eiteren. Volgens een ordonnantie van 1447 moesten in de kapel van Eiteren wekelijks vijf missen gelezen worden voor het welzijn van de leden en weldoeners van het gilde.

Aantal gepubliceerde artikelen 6
Gebeurtenis
1579 De sluiting van de kapel van O.L.V van Eiteren
Aantekeningen

Op St. Nicolaasdag verhinderde men de Roomse godsdienstoefening, wierp kerkbeelden stuk, `onttooide' de altaren en richtte de Kerk in voor de Hervormde eredienst. Kort daarna geschiedde hetzelfde met de Kerk te Benschop. De bekende kapel van O.L.... meer

Op St. Nicolaasdag verhinderde men de Roomse godsdienstoefening, wierp kerkbeelden stuk, `onttooide' de altaren en richtte de Kerk in voor de Hervormde eredienst. Kort daarna geschiedde hetzelfde met de Kerk te Benschop. De bekende kapel van O.L. Vrouwe te Eiteren werd in 1579 gesloten.

In de officiële kunstwetenschap wordt het beeldje van O.L.V. van Eiteren steeds gedateerd rond 1200. Tot aan de sluiting der Eiterse kapel in 1579 zou het beeldje daar gebleven zijn.

Aantal gepubliceerde artikelen 10
Gebeurtenis
1684-04 De afbraak van het melaatsenhuis bij de oorspronkelijke kapel van Maria van Eiteren
Aantekeningen

Eiteren is een klein buurtje, gelegen ongeveer een kwartier uurs buiten IJsselstein, langs de rivier de IJssel naar de kant van Montfoort, alwaar eertijds een melaatsenhuis gestaan heeft. Dit huis, geheel vervallen zijnde, is in april 1684 afgebroken... meer

Eiteren is een klein buurtje, gelegen ongeveer een kwartier uurs buiten IJsselstein, langs de rivier de IJssel naar de kant van Montfoort, alwaar eertijds een melaatsenhuis gestaan heeft. Dit huis, geheel vervallen zijnde, is in april 1684 afgebroken. Schuin tegenover dit voornoemde huis, op een akkerland grenzende aan een middeldijkje achter een boomgaard behorende aan de kerk van St.-Nicolaas te IJsselstein, is dit zo alom vermaarde Lieve Vrouwebeeldje in oude tijden door slootgravers het eerst gevonden, die daarmede naar IJsselstein zijn gegaan en het in handen hebben gegeven van de heer pastoor van IJsselstein, die het in de St.-Nicolaaskerk geplaatst heeft.

Aantal gepubliceerde artikelen 6
Gebeurtenis
1936-06-24 Het beeldje keert terug, begin van de hernieuwde ommedracht van het beeldje van O.L.V. van EIteren
Aantekeningen

Hulp in nood

Miraculeuze gebeurtenissen rond een Mariabeeldje maken van IJsselstein een bedevaartsplaats. Een legende vertelt hoe slootwerkers die in Eiteren aan het werk waren, het beeld vinden. Zij brengen het bij de pastoor in IJsselstein... meer

Hulp in nood

Miraculeuze gebeurtenissen rond een Mariabeeldje maken van IJsselstein een bedevaartsplaats. Een legende vertelt hoe slootwerkers die in Eiteren aan het werk waren, het beeld vinden. Zij brengen het bij de pastoor in IJsselstein, maar uit eigen beweging keert het Mariabeeld naar Eiteren terug. Na rijp beraad besluit men hier begin veertiende eeuw een kapel te bouwen. De devotie groeit, aangewakkerd door nieuwe verhalen. 

Hoogtepunt is een jaarlijkse processie in juni, de zogenoemde Ommedracht. Het beeld van Maria van Eiteren wordt daarbij rondgedragen. In weerwil van de Reformatie blijft Eiteren ook daarna een plek van Mariadevotie voor katholieken van heinde en verre. Gevonden pelgrimstekens bevestigen dat. 

In de negentiende eeuw is daar weinig van over. Zonder problemen wordt het Middeleeuwse beeldje rond 1862 in het Aartsbisschoppelijk Museum gestald. Historisch interessant, maar voor het geloofsleven niet meer van waarde. Dat verandert als de Zusters van Liefde in Utrecht zich aangetrokken voelen tot het beeldje. Monseigneur Schaepman laat het beeldje naar de zusters brengen. Bij verhuizing van de zusters naar het Andreasklooster in Utrecht wordt het Mariabeeld plechtig overgebracht naar een ereplaats in de kapel. 

De verering van Maria van Eiteren vindt inmiddels plaats onder de titel Onze Lieve Vrouw - Hulp in Nood. Want het aantal gebedsverhoringen stapelt zich op: genezingen van tyfus, oogziekte en kanker, een bijgelegd geschil, een succesvolle sollicitatie, de geboorte van een stamhouder. Dat vestigt de aandacht weer op het beeld. In 1908 doet het kerkbestuur van IJsselstein een serieuze poging het beeld weer naar IJsselstein te halen, maar de Zusters van Liefde geven niet thuis. Zij willen het beeld niet kwijt. Geduld is een schone zaak. 

Het lukt de parochie uiteindelijk het beeld terug te verkrijgen. In de kerk wordt een ereplaats ingericht en treft men voorbereidingen voor een groots en feestelijk onthaal. Op 24 juni 1936 gaan de vlaggen uit, geel-witte en blauw-witte in de kerk- en Mariakleuren. Het Rijke Roomse leven. Allerlei groepen lopen in een grote processie. Er klinken gebeden en Marialiederen. De pastoor roept daarbij ieder op zich stichtend te gedragen. Met de terugkeer van het Mariabeeld wordt een oude traditie hersteld.



Bronnen: Achief Utrecht

Aantal gepubliceerde artikelen 8
Gebeurtenis
1985 Archeologisch onderzoek Eiteren
Aantekeningen

De buurtschap Eiteren ligt op ruim 1 km. afstand ten noordwesten van de oude kern van IJsselstein. De naam Eiteren is oud: hij komt al voor in een goederenlist van de abdij van Werden, die ca. 900 n. Chr. te dateren is. Eiteren is ook de naam van ... meer

De buurtschap Eiteren ligt op ruim 1 km. afstand ten noordwesten van de oude kern van IJsselstein. De naam Eiteren is oud: hij komt al voor in een goederenlist van de abdij van Werden, die ca. 900 n. Chr. te dateren is. Eiteren is ook de naam van de oerparochies in dit gebied (in 1217 werd er een deel van afgesplitst). Van de parochiekerk is de stichtingsdatum niet bekend, maar hij bestond in ieder geval in 1293, toen er een vicarie in werd gesticht. Aangenomen is altijd, dat de kapel, die tot 1579 bij het huidige Eiteren heeft gestaan, het restant van deze parochiekerk was. Bij een proefonderzoek in 1972, uitgevoerd door R.J. Ooyevaar, correspondent van de ROB te IJsselstein, werden enkele overblijfselen van de fundering aangetroffen. Door H. Halbertsma, van de ROB, werden zij toen echter gedateerd als niet ouder dan 14e/15e eeuws. Aangenomen is ook altijd, dat eind 13e/begin 14e eeuw het centrum van de parochie Eiteren werd verplaatst naar IJsselstein. Hier werd een nieuwe parochiekerk gebouwd (gewijd in 1310), terwijl, althans volgens deze opvatting, de oude kerk bij Eiteren verder als kapel in gebruik bleef.

Aantal gepubliceerde artikelen 1